Si l’ cloke d’ a Lambêrt sone våt mîs fé ‘ne bale bê-z-èt bone 
Als de klok van Lambert weerklinkt kun je maar beter een perfect gezicht hebben

Tot de Revolutie stond tegenover het paleis een kathedraal gewijd aan Notre-Dame-et-Saint-Lambert. De kathedraal strekte zelfs tot op de Place du Marché uit, waar één van de kloostergangen tot bij het Perron leidde. De oorsprong van dit gebouw wordt met de moord op bisschop Lambertus van Maastricht in verband gebracht. Deze zou op deze plek gebeurd zijn. De kathedraal werd verschillende keren verbouwd en in 1794 afgebroken. Met zijn twee kloostergangen was zij 170 meter lang en volgens sommige schattingen was de grote toren tussen de 120 en 140 meter hoog. De “Côparèye” (de naam voor de klok van de kathedraal die de uren sloeg) was in de hele stad te horen. De afbraak van de kathedraal Notre-Dame-et-Saint-Lambert duurde meer dan 30 jaar. De stenen van de kathedraal, als het ware een echte stedelijke steengroeve, werd voor tal van gebouwen gebruikt, waaronder de kortstondige Quai Micoud, het Fort de la Chartreuse en hoogstwaarschijnlijk de toren van de St-Pauluskathedraal.

Er zijn ook veel kunstwerken bewaard gebleven. Zo is er de buste van Sint-Lambertus, wiens stralende gezicht aanleiding gaf tot de Waalse uitdrukking: “ine bale come sint Lambêrt” (letterlijk: “een mooie kop als Sint-Lambertus”). Deze vergelijking wordt gebruikt om de schoonheid van een mollig gezicht te benadrukken. Aan de andere kant is er een populair geloof, dit keer gericht op kinderen die gezichten trekken, dat als de klokken luiden, hun gezichten zullen bevriezen… Gelukkig voor hen luidt de “Côparèye” de uren niet meer!